Deinend op een kameel in de woestijn van Marokko ontdekte Thomas Morris (24) dat hij er even helemaal tussenuit wilde. Vier maanden later vertrok hij, met gitaar en rugzak, voor een jaar naar het andere einde van de wereld. Anderhalf jaar later kwam hij thuis, met diezelfde gitaar en twaalf tatoeages rijker.
Tekst: Anne-Marie Loran
Fotografie: Thomas Morris
De boomlange Thomas – lang haar, vriendelijke ogen – vertelt relaxt dat hij geen plan had toen hij naar Australië vertrok; hij wilde gewoon het leven ervaren. Wel had hij voor de eerste weken vrijwilligerswerk geregeld. Tot zijn verrassing bleek dat in een hippiegemeenschap te zijn. Thomas logeerde er bij een rasechte Australische levenskunstenaar die didgeridoos, boemerangs en allerlei kunstobjecten maakte. Thomas mocht die houten objecten schuren en werkte veel in de tuin en het bamboebos. “Dat was zo tof, ik zat elke dag middenin de natuur, er liepen overal kangoeroes.” Na vijf weken vertrok hij, liftend. Via enkele tussenstops kwam hij in Sidney terecht, waar hij de rust vond om plannen te maken. Hij ging aan het werk in een drankenwinkel en in een klein Frans eettentje en genoot enorm van de stad. Terwijl hij zijn verhaal vertelt, gebruikt de tweetalig opgevoede Thomas veel Engelse woorden: “Sidney is zo random, elk gebouw ziet er weer anders uit.” Ondertussen werkte hij ook aan zijn droom: met zijn eigen Volkswagenbus toeren. Hij zag het al helemaal voor zich hoe hij met die flowerpowerbus van festival naar festival zou reizen.
Man met een missie
De goedgelovige Thomas kocht een Volkswagen van een Nederlander en bouwde het interieur volledig om. Twee maanden lang kluste hij iedere avond aan de bus: “Ik was een man met een missie.” Toen de camper eindelijk klaar was, reed hij er eerst alleen maar mee naar de tropische stranden van Sidney. Totdat hij genoeg geld had om te gaan reizen. Het ultieme moment beleefde hij toen hij eindelijk kon vertrekken en de brug opreed. Nu begint het echte reizen, dacht hij. Kort daarna begon de auto enorm te roken…. de brug kwam hij niet over. Noodgedwongen verbleef Thomas langer in Sidney. Zijn geld raakte langzamerhand op en hij moest creatief zijn in het vinden van eten. Hij verdiende wat geld door gitaar te spelen op straat en sliep in zijn camper. Uiteindelijk besloot hij Donna – zo had hij de ‘van’ genoemd – weer te verkopen. “Ondanks dat het me heel wat geld kostte, was dat de beste beslissing ‘ever’. Uiteindelijk zijn het toch maar ‘spullen’.”
Van zero naar hero
Na de verkoop van Donna vertrok hij naar Byron Bay, een klein toeristendorpje waar veel surfers komen en veel beroemdheden wonen. De eerste drie maanden verbleef Thomas in een hostel. Toen een vriend hem tipte over een baantje in een vijfsterren cocktailbar besefte hij direct: dit is een topbaan. Met de instelling ‘fake it till you make it’ mocht hij twee uur later proefdraaien in de keuken. Ineens ging zijn leven van ‘zero naar hero’: hij verdiende goed, woonde met vrienden in een ontzettend mooi huis, kende iedereen en kwam op allerlei fancy plekken. Zijn ogen stralen als hij vertelt over de speciale strandfeesten – die doorgingen tot zonsopkomst – met kampvuren, vuurdansers en natuurlijk goede muziek. “Het was een droom waar we met zijn allen in zaten.” Helaas verliep zijn visum en moest hij het relaxte Australië verlaten. “Samen met een paar vrienden vertrokken we naar het prachtige Nieuw-Zeeland. Toen het daar winter begon te worden en alles bedekt was met (een laag) sneeuw kreeg ik ineens een ingeving. Ik boekte ’s nachts om drie uur een ticket naar huis om mijn ouders te verrassen.”
“Het voelt heel raar om weer thuis te zijn; want alles is hier ‘te normaal’, terwijl ik zelf best ben veranderd. “Het klinkt cliché, maar ik weet nu veel beter wie ik ben en wat ik wil.”