Tuinieren is hot en steeds meer jonge mensen herontdekken de moestuin. Zeg nu zelf: wat is er nu lekkerder dan fruit en groente uit eigen tuin?

Toen Cathri twee jaar geleden zag hoe ontzettend magisch haar zoontje David het vond dat de aardappelen uit de grond kwamen, ontstond het verlangen naar een moestuin. Haar droom werd werkelijkheid bij tuinvereniging De Kringloop, op een idyllisch terrein met kleine boomgaardjes en slootjes midden tussen de natuur van de Nieuwe Dordtse Biesbosch.

Auteur: Anne-Marie Loran
Fotografie: Sylvia Kuiper

“We willen de kinderen heel graag meegeven dat de aardbeien niet in de Albert Heijn groeien. We zeggen ook altijd: Kom we gaan kijken of de aardbeien al rood zijn.” Cathri Verkleij (39) en Lennard Seriese (38) wonen samen met hun kinderen David (4) en Mirte (3) aan de Rozenhof in Dordrecht in een mooi oud pand met een fijne stadstuin. “Maar daar vind je geen konijnenkeutels en door reeën aangevreten maiskolven”, vertelt Lennard. “Een moestuin is zoveel meer, je bent ook op zoek naar een relatie met je omgeving, zeker in deze tijd en zeker met kinderen.”

Slakken
Cathri vroeg zich bij voorbaat al af of ze wel genoeg weckpotten had voor al haar zelfgemaakte jam. Uiteindelijk stond ze met drie aardbeien in haar handen. “Dan realiseer je je: o ja, zo kan het ook.” Het maakt haar bewuster van hoe ze omgaat met voeding. “Ik vind zonde om eten weg te gooien, maar als je andijvie moet wegkiepen die je zelf hebt opgekweekt, is dat nóg erger.” Lennard vult aan: “Je krijgt meer respect voor het voedsel omdat je ervaart hoe lang je ermee bezig bent en de gewassen hebt beschermd tegen slakken en insecten.” Cathri is echter minder precies: “Je hoeft soms alleen maar te kijken hoe iets zich ontwikkelt.” Toch had ze wel een plan in haar hoofd en zag ze al voor zich waar het perk met bessen, de vlinderstruik en de paadjes moesten komen. In het begin was ze ook geneigd om allemaal planten te kopen, maar het is veel leuker – en bovendien goedkoper – om alles zelf op te kweken met zaadjes en stekjes die je krijgt. “Zo wordt het een plek waar dingen de tijd nodig hebben.”

Brandnetelsoep
De moestuin van 125 vierkante meter levert best veel werk op, maar Cathri – die behalve docent kunstvakken ook mindfulness trainer is – ziet de tuin vooral als een cadeautje, een plek waar je tot rust kunt komen en in verbinding kunt zijn met de natuur. “Als we een dagje overslaan, is dat ook niet erg, dan delen we de aardbeien met de pissebedden”, lacht Cathri. Ze delen overigens ook volop fruit, zaadjes en stekjes met hun buren, zowel thuis als op de tuin. “Daar word je zelf ook blij van.” Inmiddels hebben de tuiniers al veel geleerd, bijvoorbeeld dat het beter is voor de bodem om niet al het onkruid weg te halen. “Het leuke is dat je daardoor gaat onderzoeken wat het eigenlijk is, want onkruid is niets anders dan een plantje dat op een plek staat waar jij het niet wilt. En dan hoor je ineens dat het een kruidje is dat ergens goed voor is, en dat brandnetelsoep hartstikke lekker is.” Maar je moet natuurlijk niet zomaar alles laten staan, zoals vorig jaar. “Toen hadden we in plaats van een romantisch knipbloemenveld ineens één groot distelparadijs”, vertelt Cathri. Gelukkig helpen ook David en Mirte graag met onkruid wieden en water geven. Bovendien vinden ze het eten lekker, vooral de bramen en sla. Maar ze zijn het meest fan van de trampoline. Lennard raadt het iedereen aan: “Er is niets beter om je hoofd leeg te maken dan even op je knieën onkruid te wieden, vooral nu met al dat thuiswerken. Het is echt ons tweede buiten.”