Robbert (43) en Annemarie Hermus (40) wilden graag een keer zelf een huis bouwen. “We hadden allerlei ideeën en dit was de kans.” Sinds twee jaar wonen ze in een strak vormgegeven huis op een prachtige locatie. Samen met hun drie kinderen, twee honden en een kat.

Tekst: Anne-Marie Loran
Fotografie: Dion Doornik

Achter de imposante houten voordeur van de witte kubistische woning word je verwelkomd door een zee van licht en ruimte. Een glazen wand loopt door tot de vide op de bovenverdieping, de designlamp met witglazen vogels benadrukt de hoogte extra. Maar het meest overweldigend is de zichtlijn vanuit de hal naar de tuin.

Fenomenaal uitzicht
In de polder achter de tuin staat een monumentale boom, daarachter lopen de schapen. “Dat uitzicht is echt fenomenaal”, vertelt Robbert. “Daar wilden we vanuit elke ruimte van kunnen genieten, vandaar die zichtas.” Om dezelfde reden zijn de zithoek, eethoek en keuken naast elkaar gesitueerd. Grote raampartijen, met een schuifpui bij de eethoek en keuken, doen de rest. “Alles is echt zo gemaakt dat binnen en buiten in elkaar overlopen.” Architect Bertil Dekker is bij het ontwerpen van binnenuit begonnen. “Je hebt het dan over kwantitatieve aspecten als het aantal slaapkamers, wel of geen bijkeuken, beneden of boven slapen. Tegelijkertijd heb je het over kwalitatieve aspecten, zoals: wat vind je het mooiste als je hier op de kavel staat? En uiteindelijk komt de buitenkant erbij.” Robbert en Annemarie wisten goed wat ze wilden. Ze houden erg van de kubistische stijl, met de continue lijnen die overal terugkomen. Het leidde tot een ontwerp met verschillende verspringingen om zo optimaal mogelijk van de locatie te kunnen genieten. “De woonkamer steekt bijvoorbeeld een stukje uit, zodat je van daaruit ook weer naar alle kanten kunt kijken.”

Doosjes
“Een ander uitgangspunt was dat we vanuit elke ruimte contact wilden kunnen hebben”, vult Annemarie aan. “En het moest gezellig zijn.” De benedenverdieping is daarom open, maar toch verdeeld in aparte woonruimtes. “Dat komt onder andere door de twee doosjes”, legt Bertil uit. “Je kunt er als het ware omheen lopen.” Het eerste ‘doosje’ vormt de scheiding tussen de keuken en de gang. Aan de ene kant bevinden zich de keukenkasten en -apparatuur, de andere kant herbergt de garderobe. De zwarte kastenwand vormt een mooi contrast met het witte kookeiland. Dankzij de eikenhouten ontbijtbar doet het niet kil aan.

Tussen de eet- en zitruimte is een tweede ‘doosje’ met een gashaard die naar beide ruimtes een gezellige warmte uitstraalt. De wand, die doorloopt naar buiten, heeft een leistenen bekleding in een warme kleurschakering. “We wilden iets aparts, dus Annemarie is gaan zoeken naar een bijzondere muurbekleding”, vertelt Robbert. Het harmonieert mooi met de lichte taupekleurige gietvloer. Een kleur die ook terugkomt in de knusse zitkamer, waar je vanaf de grote stoffen hoekbank helemaal naar de keuken kunt kijken. Zelfs Bertil is onder de indruk: “Je maakt niet vaak projecten mee waar alles zo tot in de puntjes is doorgevoerd.”

Creatief talent
“De bezonning was nog wel een uitdaging”, vertelt Bertil. “Op de veranda achter de keuken is het heerlijk toeven in de ochtendzon, maar achter het huis heb je geen avondzon. Daarom is er aan de voorkant van het huis een tweede veranda gerealiseerd.” Door de muur ervoor doet het aan een patio denken. De ‘patio’ biedt een mooi doorkijkje naar de hal met de zwevende trap die Robbert heeft gemaakt. Robbert is ondernemer en heeft onder andere, samen met een compagnon, een productiebedrijf. Om de treden te laten ‘zweven’ heeft hij een vernuftig weggewerkte constructie gemaakt waaroverheen de houten treden en het bordes zijn geschoven. De trap met het lijnenspel is de absolute blikvanger in de hal. Het is duidelijk dat de bewoners van design houden. Voor de moswand die Annemarie heeft gemaakt, staan twee apart vormgegeven okergele krukjes. “Van de bouwmarkt”, lacht ze. Vanaf de patio leidt een recht grindpad naar de tuin, die qua stijl helemaal aansluit bij het huis. Het lijkt alsof er een tuinarchitect aan het werk is geweest, maar niets is minder waar. Annemarie heeft alles bedacht. “Ik heb verborgen talenten geloof ik.”