Zo’n anderhalf jaar wonen Sandra Scheepbouwer, haar man en dochter nu in hun zelfbouwhuis aan de Johannes van der Madelaan in Papendrecht. Om haar heen wordt nog druk gebouwd en verrijst de ene na het andere woning. “Maar,” zegt Sandra, “het voelt hier toch heel landelijk.”

Tekst: Nettie Dekker
Fotografie: Rob van der Teen

“Wij woonden al in Papendrecht”, begint de van oorsprong Rotterdamse Sandra haar verhaal. “15 jaar zaten we in ons vorige huis. We waren al een tijdje aan het zoeken naar een ander, bestaand huis. Toen de gemeente zo’n honderd kavels beschikbaar stelde voor zelfbouw, schreven wij ons in. Dat was nog wel even spannend. Ons lotnummer zat in de hogere regionen, maar het aantal inschrijvingen was veel groter. De wat kleinere kavel die we eigenlijk wilden hebben werd het niet. Wel deze, vlak naast de kavels die vrienden van ons wisten te bemachtigen. Andere vrienden wonen een stukje verder; je kunt hun huis van hieruit zien. Omdat deze kavel groter was, hadden we kunnen besluiten om een groter huis te bouwen, maar we hebben er bewust voor gekozen om dat niet te doen. Wij hebben dit huis echt voor ons drietjes gebouwd.”

Bouwtekeningen 
“Zelfbouw is heel spannend”, vertelt Sandra verder, “maar gelukkig kenden we al een goede aannemer, Den Dunnen uit Hardinxveld-Giessendam. Hij bracht ons in contact met architect Ziggurat in Heenvliet. Deze begreep direct wat wij wilden. Hij kwam al heel snel met een goed ontwerp. Ik weet nog dat mijn hoofd bijna ontplofte als we thuiskwamen van een overleg met de architect. Je moet zoveel keuzes maken! Vaak keuzes die je dan nog niet goed kunt overzien. Toch waren er maar drie afspraken nodig; toen waren we er wel uit. De definitieve bouwtekeningen hangen nu in de hal.”

Duurzaam bouwen
Sandra: “Een van de voorwaarden van de gemeente was duurzaamheid. Gasloos dus. Het inductiekoken bevalt prima. En ook de aardwarmtepomp bevalt prima. Onze vloer verwarmt in de winter en verkoelt in de zomer. De bouw duurde in totaal elf maanden. Onze dochter heeft de laatste paal geslagen. Elke dag liepen we ’s avonds naar de bouwplaats. Dat maakte dat we nauwelijks hoefden te wennen. We waren er al zo vaak geweest! We hebben alles zien ontstaan. Mijn man heeft zelf de badkamers betegeld en de kozijnen geverfd. Hij wilde niet alles uitbesteden. Natuurlijk gaat er wel eens iets fout, maar wij zijn niet zo van de crises. Nooit geweest, in de twintig jaar dat we nu samen zijn. We staan redelijk relaxt in het leven en als er iets fout gaat, wordt het wel weer opgelost. Ik vind het sowieso heel bijzonder dat je een heel huis kunt bouwen van zo’n tekening. Ik kan eigenlijk maar één ding verzinnen dat we anders hadden moeten doen. We hadden de overkapping moeten onderheien.”

Favoriete stoel
“Ik houd erg van een landelijke uitstraling”, legt Sandra uit. Het huis is strak afgewerkt, maar het rieten dak staat voor mij voor warm en landelijk. Net als het eikenhout wat je hier overal in en rond het huis ziet.

Een van mijn favoriete plekjes is daar bij het raam. Lekker vanuit mijn grote, luie stoel naar buiten kijken. Die stoel had ik al eens in Middelburg gezien, lang voordat we dit huis hadden. Toen dacht ik: als we ooit een groter huis krijgen, dan wil ik díé stoel! Nu staat hij er… Een andere favoriet is de hangmat in de tuin. Die kreeg ik voor moederdag. Heerlijk om er na mijn werk in te liggen, ontspannen tussen de vele zwaluwen die hier overvliegen. Het is dan wel een nieuwbouwwijk, maar overal om je heen zie je leven: fazanten, hazen, meerkoeten, een nestelende zwaan… Een vogeltje had een nestje gebouwd in een verlaten kruiwagen. Die liefde voor vogels heb ik meegekregen van mijn opa. Hij heeft 45 jaar geleden samen met mijn vader een boot gebouwd. Daar voeren mee in de Biesbosch. Die liefde voor dieren zie ik ook terug in mijn dochter. Zij heeft een parkiet en verderop hebben we een stuk wei voor onze schapen. Ze is vastbesloten om diergeneeskunde te gaan studeren.”

Koken en een wijntje doen 
Sandra: “Een favoriete plek van mijn man is de wijnkelder onder de woonkamer. De grote open keuken wilden we allebei. Waar ik vroeger wat alleen in de keuken stond, is er nu altijd die verbinding. Koken is sociaal geworden: gezellig met vrienden, allemaal om het 4,5 meter lange eiland heen. Het blad met combinatie van eikenhout en gewaxt beton is praktisch en mooi. Maar we zitten ook graag en veel buiten, bijvoorbeeld om samen te eten aan de grote teakhouten tafel. Kleiner en heel knus is het kleine terrasje direct aan het water. Heerlijk om daar ’s avonds nog even te zitten. Op zo’n moment voelt het heel landelijk. Of we hier altijd zullen blijven wonen, durf ik niet te zeggen. Ik blijf oude, doorleefde huizen ook heel mooi vinden. Maar de komende tien jaar zitten we hier zeker! Wij hebben hier alles wat we willen. Een prachtig huis, vrienden die – letterlijk – om ons heen wonen. Je wipt over en weer zo even binnen voor een bakkie koffie.”