De Grote Kerk is een icoon van de stad. Al in de elfde eeuw stond op dezelfde plek een houten kapel. Weet jij dit al over dit Dordtse monument?
1. We hadden bijna een van de hoogste kerktorens van Nederland
Rond 1339 werd begonnen met de bouw van de toren. Ongeveer in 1470 was de toren af. Dat is voor hedendaagse begrippen lang, maar in de middeleeuwen was het gebruikelijk dat grote bouwprojecten eeuwen in beslag namen. Het ontwerp was ambitieus: met een lengte van 108 meter zou de ‘Dordtse Dom’ één van de hoogste kerktorens van Nederland worden. Een grote stadsbrand in 1457, waarbij de toren flink beschadigd raakte, kwam niet ongelegen: er was door de drassige ondergrond al sprake van scheefstand en verzakking. De oorspronkelijke torenspits was een onhaalbaar en gevaarlijk ontwerp. In 1626 werden vier grote uurwerken op de onafgebouwde toren geplaatst, die nu slechts 65 meter hoog is.
2. Het portemonneetje van de heilige Sura
Sura was een heel vroom meisje, dat ervan droomde dat er een aan Maria gewijde kerk in Dordrecht zou worden gebouwd. Als Sura in een visioen door een engel het ontwerp van de kerk gepresenteerd krijgt, neemt ze ondanks dat zij maar drie muntjes heeft drie dagloners in dienst. Je raadt het al: iedere dag opnieuw werd het portemonneetje van Sura op miraculeuze wijze bijgevuld, zodat zij de werklui kon blijven betalen. Die werklieden wisten zeker dat Sura een enorm rijk meisje moest zijn, en vermoordden haar. Sura, want zo gaat dat in legendes, stond op uit de dood en smeekte bij de Paus in Rome om vergiffenis voor haar moordenaars. Die stemde toe. De kerk werd afgebouwd en Sura heilig verklaard.
3. De ramen vertellen de geschiedenis van de stad
De gebrandschilderde ramen van de kerk vertellen niet alleen Bijbelverhalen, maar ook de geschiedenis van Dordrecht. Zo is er een glas-in-loodvoorstelling van de Sint-Elisbethsvloed (1421), de grote stadsbrand (1457) en een verrassingsaanval op Dordt (1481). Deze ramen zijn aan het begin van de vorige eeuw aan de kerk geschonken door een rijke Dordtse familie. In 2006 maakte de kunstenaar Teun Hocks een hypermodern raam, waarin een man (de kunstenaar zelf) uitkijkt op de schepen en de rivier: achter hem is het een rommeltje: de weggegooide spullen verwijzen naar de middeleeuwse gildes van de stad, maar ook naar de wegwerpmaatschappij van nu. Als je vanaf de Grotekerksbuurt naar de kerk loopt, zie je de ramen recht voor je.
4. De kogel
Als je iets verder doorloopt, en na de glas-in-loodramen naar boven kijkt, zie je een kogel zitten. In oktober 1813 wordt Napoleon verslagen. In een tijd zonder WhatsApp duurde het even voordat dat nieuws ook Dordrecht bereikte, pas in november van dat jaar verlieten de Fransen de stad. Dordrecht was ondertussen in feeststemming: de oranje vlag werd gehesen en de inwoners gingen van blijdschap de straat op. Aan het einde van de novembermaand keerden de Fransen echter terug en werd Dordrecht beschoten vanaf Papendrecht. Dat de kogel al die tijd in de muur van de kerk is blijven steken, is natuurlijk een mooi verhaal, maar vanaf Papendrecht onmogelijk. Waarschijnlijk heeft iemand de kogel bij wijze van souvenir later in de kerk gemetseld. Maar of het de oorspronkelijke kogel is, blijft een raadsel.