Swen van der Wee is een van de 190 piloten van TUI Fly, de vliegmaatschappij van TUI vakanties. Hij vliegt een Boeing 787 Dreamliner, die ruim 300 passagiers kan vervoeren. Wat betekent vliegen voor hem?
✍🏻: Nettie Dekker 📸: Henk van Rensbergen
“Piloot worden was geen jongensdroom”, begint Swen, “maar de interesse voor vliegtuigen zit wel een beetje in mijn bloed: mijn vader was technicus van F16’s en mijn broer doorliep de selectie voor de vliegopleiding. Vanaf mijn vijftiende wist ik zeker dat ik piloot wilde worden. Ik bracht urenlang door achter mijn computer met een flightsimulator. Mijn ouders vroegen: ‘Weet je het echt zeker?’ De opleiding is duur en ik was ooit dat zesjarige ventje dat al heimwee had als we naar Zeeland gingen. Ik kwam door de selectie en vertrok in oktober 2010 naar Madrid voor de tweejarige vliegopleiding.”
Wat moet een piloot kunnen?
“Een piloot moet logisch kunnen denken, goed met druk om kunnen gaan en een goede oog-handcoördinatie hebben. Maar piloot zijn is ook een mensenbaan. Behalve vliegen moet je alles rond de cockpit managen. Daarvoor heb je contact met allerlei mensen. Je bent voortdurend aan het supervisen, en voordat alles – passagiers, bagage, vracht en voldoende brandstof – in het vliegtuig zit … Je controleert de weerrapporten, het vliegplan en het laadschema. Alles moet kloppen. Rustig blijven, altijd je koppie erbij houden en het hele plaatje blijven zien. Afraffelen is in de luchtvaart not done: safety first! Je vliegt tenslotte met 250-300 kilometer per uur over de startbaan met een 227 ton wegende machine! Nu vlieg ik vooral op de Antillen.
Tijdens de vlucht lossen de gezagvoerder en twee copiloten elkaar af, maar er zitten altijd twee personen in de cockpit. Ik ben relief pilot en mag de gezagvoerder vervangen als deze rust. Als je eenmaal in de lucht bent, sta je steeds in contact met de luchtverkeersleiding en voer je alle checks uit. Het idee dat de automatische piloot al het werk doet klopt niet. Zie het als cruise control, want het zijn de piloten die aangeven wat hij moet doen. Maar tussendoor is het: enjoy the view!”
Geen gemakkelijke weg
“Mensen denken vaak dat piloten veel geld verdienen. Dat is zeker niet zo als je begint. Als je van de opleiding af komt heb je 180 vlieguren. Dan ben je niet interessant voor airlines. Ik heb drie jaar gesolliciteerd en wel 250 keer mijn cv opgestuurd! Gelukkig kon ik die jaren bij mijn vader werken, dus aan afhaken dacht ik niet. Op een bepaald moment heb ik mijn moeder meegenomen voor een weekend Barcelona. Daar ben ik met mijn cv het kantoor van een airline ingelopen.
De week erna mocht ik op gesprek komen. Een selectieprocedure, simulatortest en gesprek met het management. Later ging ik in oktober 2015 voor ze werken, met als basis Venetië. Dat ‘commuten’ doen veel piloten. Maar ik ben een sociaal mens. Ik wil tussen het vliegen door in Nederland zijn. Ik was dus blij toen ik twee jaar later voor TUI kon vliegen vanaf Schiphol. Mijn advies voor wie piloot wil worden: doe het als je het echt wilt! Maar verwacht niet dat het gemakkelijk wordt. Voor mij was het alle moeite meer dan waard. Inmiddels heb ik 4000 vlieguren gemaakt. Maar nog steeds denk ik als ik mijn vliegtuig zie: wat een groot apparaat! Ik hou van dat gevoel van vrijheid. Hoe slecht het weer aan de grond ook is: boven de wolken is de lucht altijd blauw. En ’s nachts over Europa vliegen verveelt echt nooit.