De Bonifatius
Het alziend oog op de Bonifatiuskerk heeft al veel aan zich voorbij zien trekken. Dit rijksmonument werd gebouwd als rooms-katholieke kerk, omgetoverd tot poppodium en nu breekt er weer een nieuwe fase aan. De kerk wordt getransformeerd tot zeven kerkwoningen.
“Veel Dordtenaren kennen de Bonifatiuskerk als Bibelot, omdat ze daar vroeger gingen stappen. En hoewel de zuilen nog zichtbaar waren, dacht iedereen altijd dat het een donker hol was, want alles was zwart”, vertelt een woordvoerder van het Bonifatiusteam. Nadat Bibelot in 2013 naar het Energiehuis verhuisde, kwam er een christelijk ontmoetingscentrum in, maar aan het interieur werd weinig veranderd. Nu er zeven kerkwoningen gerealiseerd gaan worden, wordt alles grondig aangepakt. Met hart voor de ziel van de kerk. Zo blijft het middenschip tussen de zuilen op de begane grond een open ruimte, om er een ontmoetingsplek en sportschool te creëren. Ook de houten tongewelven zullen nog te bewonderen zijn.
Verrassende vondsten
De Bonifatiuskerk is een rijksmonument. Deze hallenkerk, met een middenbeuk en twee kleinere zijbeuken, is gebouwd in de periode van 1823 tot 1826 en is de eerste Waterstaatskerk na de Reformatie, wat betekent dat de kerk is ontworpen door een architect van Rijkswaterstaat. Vandaar de sobere en doelmatige inrichting. “In samenspraak met de gemeente en de Rijksgebouwendienst zijn we heel voorzichtig begonnen met het demonteren van de dikke binnenmuren die het geluid van Bibelot moesten dempen. Ineens werd de kerk weer zichtbaar.” En daarbij werden enkele verrassende vondsten gedaan, zoals tien metershoge glas-in-loodramen, elf kruiswegstaties en een kapelletje.
Kapelletje achter de wc’s
Twee glas-in-loodramen stammen uit 1890, de andere ramen zijn rond 1920 geplaatst; door het kleurgebruik en de vorm doen sommige denken aan de Jugendstil. Helaas verkeren alle ramen in een slechte conditie, maar de vorm van de ramen is uniek.
De elf stenen tableaus zijn onderdeel van de kruiswegstaties, die de kruisweg van Jezus uitbeelden vanaf de terdoodveroordeling tot en met de graflegging. “We wisten uit overlevering dat ze er waren geweest, maar nu hebben we ze echt gevonden.” De tableaus zijn uniek vanwege hun grootte. Vermoedelijk hebben ze al vanaf de bouw in de kerk gezeten, en ze blijven er ook. “Voor de mensen die dat willen, gaan we ze restaureren. Eén willen we tentoonstellen.”
De grootste verrassing is een kapelletje uit 1944, waarvan niemand wist of het er nog was. “We ontdekten het toen we de wc’s aan het slopen waren.” Het kapelletje verkeert nog in redelijk goede staat, er zit zelfs nog goudbeschildering op hier en daar. “Op de plaats van het kapelletje zou eigenlijk een berging komen, maar we gaan het nu bij een van de woningen betrekken.”
Inmiddels is het heiwerk voor de kerkwoningen afgerond. “Volgende week gaan we de staalconstructie aanbrengen. Nu zie je de grootsheid van de ruimte, maar dan ga je zien wat het gaat worden.”
Tekst: Anne-Marie Loran
Foto’s: Rob van der Teen